Onderbewindstelling van goederen is bedoeld voor mensen die door hun lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of blijvend niet in staat zijn om hun financiële belangen te behartigen of problematische schulden hebben. Het is niet altijd nodig om alle goederen van iemand onder bewind te stellen. Soms kan er met een bewind over bijvoorbeeld het huis worden volstaan. Zijn de goederen van iemand geheel of gedeeltelijk onder bewind gesteld, dan mag diegene niet meer zelfstandig daarover beslissen. Hij mag bijvoorbeeld het huis niet verkopen zonder toestemming van de bewindvoerder. De bewindvoerder beslist daarover, zolang dat gaat, in overleg met de betrokkene. De bewindvoerder gaat ook over het beheer van de goederen. Bij het regelen van de financiële zaken van de betrokkene kan de bewindvoerder ook een belastingaangifte doen en (bijzondere) bijstand of huurtoeslag aanvragen.
De bewindvoerder behartigt iemands financiële belangen. De bewindvoerder maakt kort na zijn benoeming een lijst met een beschrijving van alle goederen die onder het bewind vallen. Een kopie van deze boedelbeschrijving stuurt de bewindvoerder naar de rechtbank.
De hoofdtaak van de bewindvoerder is het beheren van alles wat onder bewind is gesteld. Dat wil zeggen, dat hij ervoor moet zorgen dat alles wat onder bewind is gesteld in stand blijft en goed wordt geëxploiteerd. Bovendien moet hij er de administratie over voeren. Zo moeten gelden goed worden belegd, rente op tijd worden bijgeschreven en een huis op tijd worden geschilderd. Tot de gewone werkzaamheden tijdens het bewind behoort ook het regelen van de financiële huishouding van de betrokkene. Hieronder valt bijvoorbeeld belastingaangifte doen, maar ook het aanvragen van (bijzondere) bijstand, huurtoeslag, zorgtoeslag of een persoonsgebonden budget (PGB).
Ook moet de bewindvoerder ervoor zorgen dat de inkomsten van degene voor wie het bewind geldt in de eerste plaats worden gebruikt voor zijn verzorging. Wanneer de betrokkene wil beschikken – zoals de wet dat noemt – over iets dat onder bewind is gesteld, moet hij de medewerking hebben van de bewindvoerder. De betrokkene kan een goed dat onder bewind staat bijvoorbeeld niet geldig verkopen. Wil de bewindvoerder voor zo’n handeling geen toestemming geven, dan is het mogelijk dat de kantonrechter op verzoek van de betrokkene daarvoor toch vervangende toestemming geeft. Dat kan per brief aan de kantonrechter worden gevraagd.
Wil de bewindvoerder zelf over goederen die onder het bewind vallen beschikken (verkopen of bezwaren), dan moet hij daarvoor toestemming hebben van degene voor wie het bewind is ingesteld. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het sluiten van een lening en het treffen van een schikking over een geldvordering. Wil of kan de betrokkene daarvoor geen toestemming geven, dan kan de bewindvoerder aan de kantonrechter om toestemming vragen. Dit kan eveneens per brief aan de kantonrechter worden gevraagd.
De kantonrechter kan zo ook voor telkens terugkerende lasten (zoals reiskosten) eenmalig toestemming geven.
De rechter die het bewind instelt, kan overigens meteen daarvoor een doorlopende machtiging geven aan de bewindvoerder. De rechter kan aan die machtiging voorwaarden verbinden.
Wie vraagt onderbewindstelling aan?
In de eerste plaats kan de betrokkene zelf de maatregel aanvragen. Verder kan zijn/haar partner zo’n verzoek doen en ook familieleden tot in de vierde graad. Dat zijn ouders, grootouders, kinderen en kleinkinderen en ook de broers en zusters, ooms en tantes en neven en nichten. Ook degene die het gezag uitoefent, zoals de voogd (als de betrokkene minderjarig is) of stiefouder, kan de maatregel vragen.
Daarnaast kan de officier van justitie de curatele verzoeken. Dat is van belang als er geen familie meer is die het verzoek kan doen of als ‘de familie’ goede redenen heeft om het verzoek niet zelf te doen. De betrokkene zou hen dit bijvoorbeeld zo kwalijk kunnen nemen, dat dit de verhoudingen binnen de familie te zeer zou belasten. Alleen in uitzonderlijke gevallen zal de officier van Justitie een verzoek doen.
Aan wie moet het verzoek worden gericht?
Een verzoek tot onderbewindstelling wordt gedaan bij de kantonrechter van de rechtbank in het rechtsgebied (arrondissement) waar degene woont, voor wie de beschermingsmaatregel wordt aangevraagd.
Wat gebeurt er nadat u het verzoek hebt ingediend?
Als het verzoek is ontvangen, vraagt de kantonrechter op een zitting de mening van de partner en familieleden over de gevraagde maatregel. Dit geldt ook voor de voorgestelde bewindvoerder, die zich schriftelijk tot zijn of haar taak bereid heeft verklaard. De familieleden die schriftelijk hebben verklaard dat zij met de maatregel instemmen, worden in de regel niet meer voor de zitting opgeroepen.
Ook vraagt de kantonrechter wat de betrokkene zelf van de maatregel vindt. Als de betrokkene zelf niet op de zitting kan verschijnen, kan de kantonrechter naar de instelling gaan, waar hij verblijft. Vindt de kantonrechter dat er genoeg redenen zijn voor de maatregel bewind, dan besluit hij tot onderbewindstelling.
Aan de behandeling zijn kosten (griffierechten) verbonden. De kantonrechter neemt uw verzoek pas in behandeling als de nota voor griffierechten is voldaan.
In de beslissing tot onderbewindstelling vermeldt de rechter wie de bewindvoerder is en welke goederen onder het bewind vallen. Als er nog geen definitieve bewindvoerder kan worden benoemd en iemand voorlopig die taak op zich wil nemen, kan de rechter een tijdelijke bewindvoerder benoemen. Meestal vallen alle goederen onder het bewind. Zeker als er “gewoon” onderbewindstelling is gevraagd, zonder aan te geven of het om alle goederen of een deel van de goederen gaat en de rechter het met de noodzaak voor deze omvang van bewind eens is.
De maatregel gaat in op de dag nadat de rechterlijke beslissing verzonden is, of op een later tijdstip als dit in de beslissing is aangegeven.
Als een bewind wegens verkwisting of het hebben van problematische schulden is uitgesproken, wordt deze gepubliceerd in het curatele- en bewindregister. Hetzelfde geldt voor een bewind wegens geestelijke of lichamelijke toestand, als de kantonrechter dat beslist. Als onder het bewind goederen vallen die in een openbaar register zijn opgenomen, moet in dat register worden aangetekend dat die goederen onder bewind zijn gesteld.
Het kan bijvoorbeeld gaan om een huis of een bedrijf. De bewindvoerder moet er voor zorgen dat zoiets in de openbare registers wordt vermeld.